Klachten aan het bewegingsapparaat
Fysieke klachten: geen defect, maar een disbalans
In het vorige stuk zagen we hoe krachtig en complex het menselijk bewegingsapparaat in elkaar zit — een samenwerking tussen spieren, pezen, gewrichten, fascia en zenuwen. Wanneer dat samenspel verstoord raakt, spreken we vaak over een “blessure” of “slijtage”.
Maar in de meeste gevallen is er niets kapot. En zelfs als er uit een foto, echo of MRI scan blijkt dat er wel sprake is van weefselbeschadiging hoeft dat geen directe correlatie te hebben met pijnklachten, Wat je voelt, is geen defect — het is een disbalans tussen wat je lichaam aankan en wat je ervan vraagt.
Ik ga dit concept uitleggen aan de hand van de veelvoorkomende schouderklacht 'subacromiaal impingement'
De medische reflex: zoeken naar labels
Binnen de traditionele zorg ligt de nadruk vaak op het stellen van een diagnose: een peesontsteking, slijmbeursirritatie of beginnende artrose. Die labels kunnen richting geven, maar vertellen zelden het hele verhaal.
Ze beschrijven waar het pijn doet, niet waarom het pijn doet. En dat “waarom” ligt bijna altijd in een gebrek aan capaciteit: spieren die niet meer sterk genoeg zijn, gewrichten die hun bewegingsvrijheid kwijt zijn, of een zenuwstelsel dat overbeschermend is geworden.
<- Medische diagnose: slijmbeurs- en/of peesontsteking
Oplossing voor een ontsteking: rust, NSAID's en soms zelfs corticosteroidinjecties om de ontsteking te verminderen.
Het echte probleem: te weinig belastbaarheid
Je lichaam is ongelofelijk adaptief — het past zich aan aan wat je van het vraagt. Vraag je er weinig van, dan neemt de capaciteit af. Vraag je er juist iets te veel van, te snel, dan ontstaat pijn. De kunst zit in die progressieve middenweg: precies genoeg prikkel om sterker te worden, zonder te overbelasten.
De meeste chronische klachten zijn geen teken dat iets “kapot”, ontstoken of versleten is, maar dat de betrokken weefsels niet meer sterk genoeg zijn voor wat je ervan vraagt.
Visie FMC: Rotatorcuffspieren (infraspinatus, teres minor) hebben onvoldoende capaciteit om de schouderkop in de kom te centreren. Samenspel schouderblad musculatuur (levator scapulae , rhomboideus, serratus anterior) verstoren het scapulo-thorocaal ritme. Overbelasting slijmbeurs en/of bicepspees als gevolg
Herstel door opbouw, niet door rust
Rust en ontstekingsremmende middelen kunnen tijdelijk verlichting geven, maar veranderen niets aan de oorzaak. Zodra je weer belast, komen de klachten terug — tenzij de onderliggende capaciteit hersteld is.
Echte verbetering ontstaat door progressieve opbouw: het lichaam leren om stap voor stap meer te kunnen verdragen. Met gerichte krachttraining en mobiliteitstraining herstellen we niet alleen de functie, maar vergroten we de belastbaarheid.
Oplossing: Trainingsprikkel toedienen met weefseladaptatie als doel.
Gerichte en gedoseerde kracht- en mobiliteitstraining om de rotatorcuff te versterken, gleno-humerale stabiliteit te verbeteren en het scapulo-thorocaal ritme te herstellen.
De rol van begeleiding
De uitdaging is om die juiste balans te vinden tussen belasting en herstel. Daar ligt precies mijn rol als coach: niet om je te “fixen”, maar om je te leren hoe je zelf sterker, soepeler en weerbaarder kunt worden.
Door inzicht te krijgen in hoe jouw lichaam beweegt, waar beperkingen zitten en hoe we die systematisch kunnen verbeteren, maak je het verschil — niet voor even, maar blijvend.
Van klacht naar kracht
Elke klacht vertelt iets over waar jouw lichaam uit balans is — en dat inzicht is het begin van verandering.
Wanneer je klachten ziet als een signaal van verminderde capaciteit, en niet als een teken van schade, verschuift je focus van beschermen naar herstellen.
Want als je leert de juiste prikkel te geven, herstelt niet alleen de klacht, maar ook je vertrouwen in je eigen lichaam.